Het begrip assertiviteit

het basisschema

 Merk op dat je 4 begrippen in de blauwe balken ziet:

1. assertief
2. subassertief
3. agressief
4. manipulatief

Deze begrippen zullen we in fasen uitleggen, waarbij we extra in dit schema aangeven waarover we het hebben.

(1) de as ‘de mate van respect voor een ander’

Het gaat altijd om iets tussen 2 personen

Bij alle begrippen gaat het over ‘iets’ dat zich tussen 2 personen afspeelt. En daarbij speelt respect een grote rol. Allereerst gaat het om ‘de mate van respect voor een ander’. Dat heeft dus vooral te maken met hoe betekenisvol deze persoon voor je is. Laten we 2 voorbeelden geven om dit duidelijk te maken.

Voorbeeld 1
Stel je hebt in een winkel iets gekocht en je bent, zoals dat heet, belazerd. Als je terugkomt naar die winkel zul je, als je die gladde verkoper weer ontmoet, niet zoveel respect meer voor hem opbrengen: de mate van respect voor die ander is dan erg laag.

Voorbeeld 2
Maar die ander kan ook een buurvrouw zijn die altijd voor je klaar staat. Uiteraard heb je veel respect voor haar: de mate van respect is dan hoog.

(2) de as ‘de mate van respect voor jezelf’

Op de verticale as staat de mate van hoe sterk je voor jezelf wilt opkomen

Ook hier weer 2 voorbeelden om het duidelijk te maken.

1. Je wilt iets en je zegt ook duidelijk wat je wilt. In een gesprek met een ander, laat die ander je nooit uitspreken. Op een gegeven moment zeg je:
‘Ik zou het fijn vinden als je me nu eens laat uitspreken’. In dit geval wordt dat in de figuur aangegeven met ‘een sterke mate van respect voor jezelf’:
je komt voor jezelf op en uit je eerlijke mening.

2. Andere situatie: Er wordt je mening gevraagd en om welke reden dan ook wil je niet je echte mening geven.

Op grond van deze 2 assen definiëren we de 4 begrippen.
We starten met assertiviteit.

(1) assertief

Op grond van de twee assen ‘mate van respect voor jezelf’ en ‘mate van respect voor de ander’ kunnen we de verschillende begrippen plaatsen. Let op, elke as is in twee delen verdeeld. In de praktijk is het vaak niet zo helder, maar voor een uitleg is deze indeling goed.

Assertief valt in het hokje:
1. ik geef mijn mening (kom op voor mezelf, dus er is sprake van een hoge mate van zelfrespect);
2. ik heb respect voor een ander (hoge mate respect voor de ander).

Bij velen is het probleem juist dat ze te weinig assertief zijn. Het begrip subassertief.

(2) Subassertief

Iemand die subassertief is, wil de ander niet kwetsen en komt dus niet eerlijk voor zijn mening uit. Let wel, het gaat er niet alleen om dat je in voorkomende situaties geen nee durft te zeggen. Het gaat er ook om je mening te geven, terwijl je weet dat die ander een andere mening heeft waar hij/zij zwaar aan tilt. Velen hebben helaas problemen om assertief te zijn en zijn subassertief. Ze krijgen bijvoorbeeld een verzoek van een bekende en durven geen nee te zeggen, uit angst om onaangenaam over te komen. Merk op hoe we hier de aanduidingen: een bekende en angst gebruiken. De meeste trainingen leren je hoe je met die angst moet omgaan. Kortom, hoe je af en toe toch nee kunt zeggen zonder die bekende te kwetsen. Hierbij speelt vooral zelfvertrouwen een grote rol.

Een voorbeeld.
Tante Alice wil graag twee weken bij je komen, maar je weet dat je dat eigenlijk niet aankunt. Maar omdat je tante Alice zo aardig vindt, zeg je uiteindelijk: ‘o ja… ja dat is leuk tante…’. 

Maar het kan zijn dat iemand alleen maar aan zichzelf denkt…

(3) Agressief

In het schema wordt ook duidelijk gemaakt wat agressief is:

1. iemand denkt in voorkomende situaties vooral aan zichzelf. De mate van respect voor zichzelf is dus hoog.

2. en deze persoon geeft ook weinig om die ander, dus heeft maar weinig respect voor die ander. De mate van respect voor die ander is dus laag.

Voorbeeld
Een verkoper verkoopt een dure prul aan iemand waarvan hij weet dat deze persoon slecht bij kas is. De verkoper denkt… maakt niet uit: geld is geld. En het maakt hem niets uit dat die ander nu een prul heeft en dat zijn financiële situatie er nu nog slechter op is geworden.

Nogmaals, dit is een zwart-wit-beeld en vaak ligt het allemaal net wat moeilijker, maar het beeld zal zeker duidelijk zijn. Eigenlijk zouden er ook cursussen moeten zijn om dit gedrag af te leren!

Tenslotte kan er sprake zijn van manipulatief gedrag.

Manipulatief 

Het laatste blok correspondeert met ‘niet voor je mening uitkomen’ en ‘weinig respect voor de ander hebben’. Dat blok draagt de naam manipulatief.

Voorbeeld 
Een politicus krijgt een vraag van een verslaggever waar hij niet veel mee op heeft. De verslaggever stelt hem een moeilijke vraag en de politicus weet dat een helder antwoord op dit moment erg moeilijk ligt (voorbeelden te over… helaas). De politicus zal dan gaan draaien. Onbeduidende antwoorden geven, of zelfs de vraag ontwijken.

We sluiten deze eerste les af met een voorbeeld dat iedereen herkent.

Misschien komt het volgende voorbeeld bekend voor. Naast je is een nieuwe buurvrouw komen wonen. De dag na de verhuizing belt ze aan met de vraag of je toevallig nog melk in huis hebt. Natuurlijk help je dan. Net verhuist, geen melk, dat kan natuurlijk gebeuren. Maar drie dagen daarna vraagt ze of je nog boter hebt en misschien ook nog wat brood.
Je aarzelt al een beetje en je vraagt je af of dit de laatste keer is. Maar nee hoor, 2 dagen daarna komt ze alweer en nu is het voor koffie.
En nu vind je het wel genoeg en wil je uiteraard aangeven dat dit moet ophouden. 

Opgaven

Vraag 1
Ga eerst voor jezelf na hoe je het probleem met de buurvrouw oplost en klik daarna op ons antwoord. 

Dit is dus typisch de situatie waarbij je voor je zelf opkomt. Ons antwoord zou zijn: ” Beste buurvrouw ik hoop niet dat je het erg vindt wat ik nu zeg, maar ik vind het echt vervelend dat je steeds iets vraagt. Ik zal je deze keer nog wat koffie geven maar ik vind dat het hierna afgelopen moet zijn. Nogmaals, ik hoop niet dat je het erg vindt dat ik dit zeg, maar ik wil wel eerlijk zijn en ik wil ook dat onze relatie goed blijft.” 

Je hebt nu allerlei situaties gezien, waarbij we ruwweg gedrag hebben verdeeld in:

1. agressief
2. manipulatief
3. subassertief
4. assertief

Vraag 2
Heb je voor jezelf een duidelijk idee tot welke categorie je behoort?
Nogmaals, de categorieën lijken misschien teveel op een zwart-wit-verdeling, maar het is toch goed om over deze vraag na te denken.

Vraag 3
Heb je weleens met een goede bekende over assertiviteit gesproken?
Kun je een inschatting geven hoe hij/zij gehandeld heeft: manipulatief, subassertief of assertief?