
Jeroen Bosch
Vervolg vraag 2
Meer achtergrond

De lakenmarkt ca. 1530, de plaats waar Jeroen Bosch jarenlang heeft gewoond

Markt
Hier zien we een oude prent van een jaarmarkt in Parijs. We zien er onder andere de stalletjes met lakens. Dan zien we nog een stalletje met manden.
Weleens een oude foto van een stad bekeken? Wat opvalt is de stilte en de rust. Steden waren vroeger veel stiller dan nu. Geen auto’s, geen fietsen en geen mensen die lekker flaneren. Dat zal ook niet zo aangenaam zijn geweest, want het vuil op straat moet voor een geweldige stank hebben gezorgd. Dat zie je natuurlijk niet op zo’n prent…
Maar als er echt markt is, verandert dat beeld. Dan zijn er stalletjes en er is drukte. Dat moet Jeroen Bosch ook zo hebben ervaren.
Die markt heeft hem de mogelijkheid gegeven om vooral mensen te observeren. Nu zitten we op een terrasje ‘aapjes te kijken’. Toen was er de markt met allerlei personen. Boeren en personen die kennelijk van hoge komaf zijn. In de kroegen rond de markt werd er ‘gezopen’. Die bonte verzameling personen zien we ook op de schilderijen van Jeroen Bosch terugkomen.
Den Bosch, toen al een echte stad
Hier zien we een plattegrond van Den Bosch uit het jaar 1572 (de zogenaamde plattegrond van Barlandus).
Dat is dus al bijna 25 jaar na de dood van Jeroen Bosch. We zien dat Den Bosch omgeven is door een vesting en de witte plek in het midden is de markt met onder andere de lange uitloper naar boven: de Hinthamerstraat met het huis van de Zwanenbroeders, maar daarover later.
Den Bosch had rond 1.500 ca. 20.000 inwoners en het was dus met recht een stad. Het leven in die stad werd vooral door de kerk bepaald. Maar we weten ook dat 1.500 een kantelpunt is. Er komt steeds meer kritiek op de kerk en men gaat zich weer verdiepen in cultuur en kunst. Het is ook de tijd van Erasmus die hier onder andere op de Latijnse School heeft gezeten.
Den Bosch besteedt steeds meer aandacht aan zijn verleden. De volgende video toont hoe boeiend ze op dit punt bezig zijn.

Een belangrijk moment
Er is een moment dat op Jeroen Bosch zeker een grote indruk gemaakt zal hebben. We hebben het over de grote stadsbrand in 1467. We moeten bedenken dat de meeste huizen in die tijd van hout waren. Alleen rijke burgers konden zich een huis van steen veroorloven. Dat waren dus de ‘steenrijke’ burgers.
De brand ontstond in wat nu het bijgebouw van Het Noordbrabants Museum is. Juist omdat het om houten huizen ging, sloeg de brand razendsnel over naar de naastgelegen gebouwen in de Verwersstraat, Uiteindelijk werden ca. 4.000 huizen verwoest. Veel inwoners overleefden de ramp niet, ook doordat het lang duurde voordat men de brand onder controle had.
In een aantal schilderen van Jeroen Bosch zien we ook een stadsbrand. Hier het voorbeeld van zo’n voorstelling in de Tuin der Lusten. Het gaat hier om het rechter paneel dat de hel voorstelt.
We zullen nu aandacht aan het huis van Jeroen Bosch aan de markt besteden.

Het huis van Bosch in 360 graden
Natuurlijk is het voor de stad Den Bosch van belang om daar waar mogelijk de herinnering aan Jeroen Bosch levend te houden. Ondanks het feit dat we maar bitter weinig van de schilder weten, weten we wel waar hij lange tijd gewoond heeft; in het huis met de naam “De Kleine Winst”. Omdat dit zo’n belangrijk gegeven is, zijn kosten nog moeite gespaard om hier meer informatie over te kunnen aanbieden. Zo wordt er op een van de sites van de gemeente (Erfgoed ‘s-Hertogenbosch) uitgebreide informatie over het huis “De Kleine Winst” gegeven. Op die site kan men lezen:
In 1462 kocht Anthonis van Aken, vader van Jheronimus van Aken, alias ‘Bosch’ dit huis dat daarna gedurende enkele decennia als schildersatelier diende. Het is aannemelijk dat Jheronimus zijn jeugdjaren hier doorbracht en in het atelier van zijn vader zijn opleiding kreeg.
Geniet van deze animatie.

En wie bezochten ’s Hertogenbosch in de tijd dat Jeroen leefde?
In de archieven komen we onder andere de volgende aantekening tegen:
1504, september FILIPS DE SCHONE laat aan JERO[N]NIMUS VAN AKEN, genoemd BOSCH, 36 pond voorschot betalen voor de opdracht een Laatste Oordeel te schilderen. Het gaat klaarblijkelijk om een drieluik. `Septembre l’an XVc quatre. A Jeron[n]imus Van aken dit bosch paintre dem[eurant] au boisleduc La somme de trente six livres du[dict] pris
We zien hoe hier een representant van de adelijke top van Europa namens Filips de Schone, Jeroen Bosch benadert om een schilderij te maken. Natuurlijk dringt de vraag zich op hoe dit contact tot stand is gekomen. Ook op dat punt komen we nog terug.
Links zien we het portret van Filips de Schone (1478 – 1506) . Dat was overigens zijn bijnaam want zijn officiële naam was Filips I. Hij was heerser over de landen die tezamen de Habsburgse Nederlanden en de kroon van Castilië werden genoemd. Hij was een zoon van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië en een broer van Margaretha van Oostenrijk. Maar ook Maximiliaan van Oostenrijk heeft in deze periode Den Bosch bezocht.
Oorspronkelijk heeft men gedacht dat Filips de Schone een voorschot betaalde voor het beroemde drieluik ‘Het Laatste Oordeel’ dat nu in Wenen hangt. Maar recent onderzoek heeft aangetoond dat Filips de Schone waarschijnlijk een voorschot betaalde voor een kleiner schilderij.


Voor het geval je dieper op het onderwerp wil ingaan
Er is uiteraard meer informatie op internet te vinden.
Als je meer over dit onderwerp wil leren, kun je van onderstaande link gebruik maken.
Probeer eens na te gaan wat de bijzondere relatie was tussen Maximiliaan van Oostenrijk en Den Bosch.