Wanneer we denken aan grote vernieuwers in de schilderkunst, noemen we vaak namen als Monet, Seurat of Van Gogh. Toch is er ook een belangrijke Belgische schilder die in dit rijtje thuishoort: Théo van Rysselberghe. Van Rysselberghe (1862–1926) speelt een cruciale rol in de overgang van de traditionele schilderkunst naar de moderne kunst in Europa. Hij was niet alleen een begenadigd schilder, maar ook een bruggenbouwer tussen stijlen, stromingen en kunstenaars. Zijn leven en werk vertellen het verhaal van een periode waarin de kunstwereld snel veranderde.
Waar kunstenaars als Ensor of Van Gogh de kijker soms confronteren met expressieve of voor velen “vervreemdende beelden”, nodigt Van Rysselberghe uit met zijn subtiele kleuren, doordachte composities en oog voor harmonie. Zijn werk spreekt direct tot het gevoel.
Neem bijvoorbeeld het schilderij Fantasia Arabe (Jeunes Arabes jouant de la musique, 1882), een werk uit zijn vroege periode. Het toont zijn technische beheersing, zijn gevoel voor licht en sfeer, en zijn vermogen om beweging bijna tastbaar te maken. Hoewel dit nog geen pointillisme is, zien we hier al een kunstenaar aan het werk die zijn eigen weg zoekt — een weg die hem enkele jaren later naar het neo-impressionisme zal leiden.
Pointillisme
Théo van Rysselberghe begint zijn carrière als realist. Dat betekent dat hij de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk probeerde weer te geven. Zijn vroege schilderijen, zoals die gemaakt tijdens zijn reizen naar Marokko rond 1882, tonen hoe hij het leven, de mensen en de kleuren van andere culturen met veel gevoel voor detail en sfeer wist vast te leggen.
Maar zijn stijl evolueert. Het keerpunt komt wanneer hij rond 1886 in contact komt met het pointillisme, de vernieuwende techniek van Georges Seurat. Vanaf dat moment verandert zijn werk ingrijpend. Pointillisme is een techniek waarbij kleine stipjes zuivere kleur naast elkaar worden geplaatst. Van een afstand mengen die zich optisch tot heldere, sprankelende beelden.
Kijk maar naar het schilderij. Je ziet meteen hoe Van Rysselberghe speelt met licht en kleur. Zijn toepassing van het pointillisme is minder streng dan bij Seurat, maar wel persoonlijker en poëtischer. Het is deze stijl waarmee hij zijn plaats verdient in de kunstgeschiedenis.
Wat is pointillisme?
Pointillisme is dus een schildertechniek waarbij het schilderij niet met gewone penseelstreken wordt opgebouwd, maar met duizenden kleine stipjes verf. Van dichtbij zie je alleen stipjes, maar zodra je wat afstand neemt, ontstaat er een compleet, helder beeld. Je kunt het vergelijken met hoe een televisie- of computerscherm werkt: ook daar zie je van dichtbij allemaal kleine puntjes (pixels), maar samen vormen ze een kleurrijk beeld.
In de tijd van Van Rysselberghe was dit een revolutionaire techniek. Het idee dat kleuren niet op het palet worden gemengd, maar pas in het oog van de toeschouwer versmelten, was toen volkomen nieuw — en veranderde de manier waarop veel kunstenaars naar schilderen keken.
George Seurat
Théo van Rysselberghe maakt in 1886 kennis met het werk van de Franse schilder Georges Seurat (1859–1891), de grondlegger van het pointillisme. Hij raakt diep onder de indruk van deze nieuwe techniek, waarbij beelden worden opgebouwd uit kleine stipjes pure kleur. Van Rysselberghe besluit ermee te experimenteren — en is vervolgens de eerste die het pointillisme naar België brengt.
Toch is het opvallend dat in de kunstgeschiedenis meestal alleen de namen van Seurat en Signac opduiken als het over pointillisme gaat. Van Rysselberghe wordt vaak vergeten, terwijl we in deze cursus zullen zien hoe hij de techniek tot grote artistieke hoogte brengt. Sommigen zouden zelfs zeggen: tot het hoogst mogelijke niveau.
En dat is precies waarom een cursus over Van Rysselberghe niet mag ontbreken in ons aanbod.
We zullen in deze cursus zien dat het werk van Théo van Rysselberghe in drie belangrijke periodes valt onder te verdelen:
- De vroege periode, tot aan zijn kennismaking met het pointillisme — gekenmerkt door realistische en oriëntalistische schilderijen.
- De pointillistische periode, waarin hij de stipjestechniek toepast en verfijnt tot een van de meest elegante stijlen binnen het neo-impressionisme.
- De late periode, waarin Van Rysselberghe afscheid neemt van het pointillisme en evolueert naar een meer vrije, schilderachtige stijl.
Waarom stopt Van Rysselberghe op een gegeven moment met deze techniek?
In deze cursus zullen we zien dat Van Rysselberghe op een gegeven moment besluit om het pointillisme los te laten. Daar had hij twee belangrijke redenen voor:
1. Het effect werkt vooral op afstand
Pointillistische schilderijen zijn bedoeld om van een zekere afstand te bekijken, zodat de stipjes optisch samensmelten tot een volledig beeld. In de praktijk staan bezoekers bij exposities vaak vlak voor het doek — en dan zie je vooral de techniek. Dat kan ertoe leiden dat men zich meer richt op hoe het schilderij gemaakt is, dan op wat het uitdrukt.
2. Het is een zeer arbeidsintensieve techniek
Een pointillistisch schilderij vergt enorm veel tijd en concentratie. Elke nuance in kleur, licht of schaduw moet stip voor stip worden opgebouwd. Na jaren van intensief werken in deze stijl verlangde Van Rysselberghe naar meer vrijheid, snelheid en expressie — en koos hij opnieuw voor een lossere manier van schilderen, met bredere kleurvlakken en vloeiendere penseelvoering.
Kunstenaar en organisator
Théo van Rysselberghe was meer dan alleen een schilder. Hij speelde ook een belangrijke rol als organisator en verbinder in de kunstwereld van zijn tijd. In 1883 werd in Brussel de kunstgroep Les XX (“de Twintig”) opgericht, onder leiding van kunstcriticus Octave Maus. Van Rysselberghe was een van de medeoprichters en bleef jarenlang een drijvende kracht binnen de groep.
Les XX bestond uit twintig vooruitstrevende kunstenaars die zich wilden losmaken van de gevestigde kunstinstituties. Ze zochten naar nieuwe vormen van expressie en stonden open voor experiment. Elk jaar organiseerde de groep een tentoonstelling in Brussel, waarvoor ook internationale gastkunstenaars werden uitgenodigd. Mede dankzij het netwerk en de inzet van Van Rysselberghe kwamen er grote namen naar Brussel. Op de affiches van Les XX prijken onder anderen: Paul Gauguin, Claude Monet, Georges Seurat, James Ensor, Jan Toorop, Henry van de Velde, Auguste Rodin.
Later zouden ook Vincent van Gogh en Paul Cézanne worden uitgenodigd. Dankzij Les XX — en dankzij Van Rysselberghe in het bijzonder — kreeg het Belgische publiek toegang tot de meest vernieuwende kunst van zijn tijd.
Dan volgt een periode van zoeken en experimenteren
De relatie met andere schilders
In deze cursus besteden we uiteraard ook aandacht aan de belangrijkste relaties van Van Rysselberghe. We beginnen met zijn vriendschap met Émile Verhaeren, de Belgische dichter en kunstcriticus. De twee worden vrienden voor het leven. Van Rysselberghe illustreert later verschillende van Verhaerens dichtbundels, en hun wederzijdse bewondering is van grote betekenis voor hun beider werk.
Via Les XX onderhoudt Van Rysselberghe ook intensieve contacten met andere kunstenaars. Eén van de opvallendste spanningsvelden ontstaat in de relatie met James Ensor (zie afbeelding: James Ensor, geschilderd door Henry De Groux, 1907).
Een vergelijking tussen Ensor en Van Rysselberghe is om meerdere redenen interessant. Waar Van Rysselberghe technisch verfijnd en sociaal diplomatiek is, staat Ensor bekend om zijn onconventionele stijl en zijn uitgesproken, soms polemische karakter. Naarmate de bekendheid van Van Rysselberghe toeneemt, ontstaat bij Ensor een gevoel van uitsluiting. Hij vindt dat Van Rysselberghe te veel erkenning krijgt, en uit zijn frustratie hierover in felle bewoordingen.
Deze spanningen dragen ertoe bij dat Ensor zich steeds meer verwijdert van de groep Les XX, waarvan Van Rysselberghe een van de spilfiguren is.
(In de zijlijn merken we op dat er in ons cursusaanbod ook een cursus beschikbaar is over James Ensor)
In deze cursus richten we ons niet alleen tot de factor kunst
Deze cursus
In deze cursus ontdek je waarom Théo van Rysselberghe vandaag de dag nog steeds relevant is. We kijken niet alleen naar zijn techniek, maar ook naar zijn rol als:
– organisator
– innovator
Of je nu een kunstliefhebber bent, een docent of gewoon nieuwsgierig naar de geschiedenis van de schilderkunst: Van Rysselberghe is een naam die je niet mag vergeten. En als je eenmaal kennis hebt gemaakt met zijn werk, zul je hem, dat is zeker, ook nooit meer vergeten.
Maar de cursus gaat niet alleen in op factor kunst
Op de afbeelding hiernaast zie je een portret (1892) van Maria, de vrouw van Théo van Rysselberghe. Ze is dan een jonge zeer zelfbewuste vrouw. Maria en Théo trouwen op 16 september 1889. Een jaar later krijgen ze samen hun dochter Elisabeth. In 1898 verhuist Maria met Théo mee naar Frankrijk, waar hij verder werkt aan zijn carrière als schilder.
Op dit schilderij komt ze over als “een aantrekkelijke vrouw”. Maar we zullen zien dat ze absoluut niet volgens de traditionele normen van die tijd wil leven. Ook dat maakt de cursus interessant.
Maria, gaat haar eigen gang
Wanneer we naar het tweede portret van Maria Van Rysselberghe kijken, geschilderd door Théo in 1918, hebben we nauwelijks nog woorden nodig om haar karakter te beschrijven. Ze straalt intellect, zelfstandigheid en een eigenzinnige kracht uit. Het portret toont een vrijdenkende vrouw, die zich niets aantrekt van conventies. Waar Théo’s eigen portret zelden opzien baart, roept dat van Maria juist veel op. Maria werd geboren in de Brusselse uitgeversfamilie Bonnem, die onder meer de gedichten van Émile Verhaeren uitgaf. Ook vooraanstaande kunsttijdschriften als L’Art Moderne, La Jeune Belgique en La Société Nouvelle kwamen uit bij deze uitgeverij, evenals de catalogi van Les XX en La Libre Esthétique.
Maria ontwikkelde al op jonge leeftijd een diepe, platonische band met Verhaeren. Ze was toen al samen met Théo Van Rysselberghe, wat Verhaeren op afstand hield. Op 16 september 1889 trouwden Maria en Théo. In 1890 werd hun enige dochter, Elisabeth, geboren. In 1898 verhuisde het gezin naar Frankrijk, waar Maria André Gide leerde kennen — een goede vriend van Théo. Tussen Maria en Gide ontstond een diepe, intellectuele vriendschap. Elisabeth zelf had later een verhouding met Gide, en in 1923 werd hun dochter Catherine geboren. Hoewel Théo officieel niet werd geïnformeerd, wordt aangenomen dat hij het vaderschap afleidde uit de fysieke gelijkenis tussen Gide en zijn kleindochter.
André Gide nam later de opvoeding van Catherine op zich. Hij kreeg in 1947 de Nobelprijs voor Literatuur.
Meer over de relatie
Over de relatie tussen Théo en Maria Van Rysselberghe zijn geen schandalen of ernstige strubbelingen bekend. Maria blijft, ondanks haar onafhankelijke karakter en persoonlijke keuzes, zijn belangrijkste muze: ze wordt regelmatig door Théo geportretteerd, wat wijst op een blijvende affectie en verbondenheid. In de kunsthistorische literatuur wordt hun relatie eerder getypeerd door wederzijds respect en het bieden van individuele vrijheid dan door openlijke spanningen.
Er zijn dan ook weinig aanwijzingen dat Théo van Rysselberghe grote emotionele onrust heeft ervaren als gevolg van Maria’s zelfstandige levenshouding of liefdesvrijheid. Zijn evenwichtige, open karakter lijkt hem in staat te stellen haar eigenzinnigheid te accepteren. In plaats van controle te zoeken, lijkt hij juist rust te vinden in hun wederzijdse autonomie.
Zo behouden beide partners hun eigen identiteit, zonder dat dit ten koste gaat van hun verbondenheid. Men mag vermoeden dat juist deze acceptatie Théo de innerlijke rust gaf die zijn werk en leven kenmerkt.
In les 3 gaan we dieper op hun relatie in. Of vergissen we ons?
Het schilderij dat hier wordt getoond, ‘Maria en Elisabeth’ (1899), laat Maria zien met hun dochter. Het is een voorbeeld van de intieme, verstilde portretten waarin Van Rysselberghe zijn gezinsleven met tederheid en eenvoud weergeeft.
Conclusies
Théo van Rysselberghe heeft nooit de aandacht gekregen die hij werkelijk verdient. Op YouTube zijn nauwelijks verdiepende video’s over zijn werk te vinden. Er bestaan vrijwel geen cursussen over zijn schilderijen. Zijn naam ontbreekt vaak in kunstbeschouwingen, zeker vergeleken met tijdgenoten als Monet of Signac. En dat terwijl zijn leven vol opmerkelijke gebeurtenissen zit — én zijn invloed op de moderne schilderkunst aanzienlijk is.
Daarom deze cursus.
Met deze cursus brengen we daar verandering in. We zorgen ervoor dat Théo van Rysselberghe de plek krijgt in de kunstgeschiedenis die hem toekomt. Dat doen we door uitgebreid in te gaan op de belangrijkste perioden in zijn schildersleven, met veel voorbeelden en beeldmateriaal. Zo wordt deze cursus niet alleen leerzaam, maar ook inspirerend en visueel aantrekkelijk.
In de volgende les volgen we Van Rysselberghe vanaf zijn eerste realistische schilderijen tot het moment waarop hij geraakt wordt door het pointillisme — en zijn stijl radicaal verandert.
Over deze cursus
Voor wie is deze cursus?
Deze cursus is bedoeld voor iedereen die nieuwsgierig is naar kunst. Je hoeft geen voorkennis te hebben, geen kunsthistoricus te zijn of al veel schilderijen te hebben gezien. Of je nu een beginnende liefhebber bent of al vaker iets over kunst hebt gelezen — je kunt gewoon meedoen.
Vanaf de eerste les ontdek je vanzelf of het onderwerp je aanspreekt, en of je zin hebt om verder te kijken.
Hoe lang duurt het?
Je kunt deze cursus in ongeveer een uur doorlopen. Sommige lessen bevatten extra links naar artikelen of schilderijen. Daarmee kun je je verder verdiepen, als je dat wilt.
En als je die verdieping opzoekt, ben je misschien wat langer bezig…
Maar dan zijn het wel uur(tjes) vol verwondering en schoonheid.